Stap 4: Anders communiceren: elkaar horen

Oefening: Koppel Dialoog (Uitgebreide beschrijving)

Tijd: Ongeveer 45 à 60  minuten.

Doel: Leren luisteren naar wat je partner zegt, om te begrijpen en te erkennen wat hij/zij bedoelt, en om medeleven (empathie) te uiten voor zijn/haar gevoelens. Het regelmatig doen van deze oefening leidt tot een heldere en doeltreffende communicatie, en na verloop van tijd ook tot een diepere emotionele band. Je leert je oude manier van reageren vervangen door luisteren met begrip en medeleven.

Wie: Doe deze oefening samen en doe hem vaak.

Opmerking: De partner-dialoog is een heel effectieve methode voor communicatie, het wederzijds helen van oude wonden, en het creëren van een diepe band. Het leren van deze vaardigheid speelt een centrale rol in het proces van Imago Relationship Therapy. Gebruik deze methode bij het delen van ervaringen bij de komende oefeningen.

Aanwijzingen:

RUIMTE VRAGEN EN GEVEN

  1. Bepaal wie de zender en wie de ontvanger is.
  2. Degene die besluit de zender te zijn begint met te zeggen: ‘Ik zou graag een partner-dialoog willen. Kan dat nu?’
  3. Als je deze methode in je relatie gaat gebruiken (nadat je deze oefening hebt gedaan), is het belangrijk dat de ontvanger zo snel mogelijk reageert. Als ‘nu’ niet mogelijk is, geef dan een tijdstip aan dat je beschikbaar bent, zodat je partner weet wanneer er naar hem/haar geluisterd zal worden. En als dat moment er is zeg je: ‘Ik ben beschikbaar voor je.’

LUISTEREN

  1. De zender praat nu een paar minuten, waarbij hij/zij datgene vertelt waarvan hij/zij graag wil dat de ander het hoort.
    1. De boodschap begint met ‘Ik’ en beschrijft wat de zender denkt of voelt.
    2. Voor deze oefening moet de boodschap neutraal en simpel zijn. Bijv. ‘Ik werd vanmorgen wakker met pijn in mijn keel, ik heb geen zin om naar mijn werk te gaan, ik denk dat ik thuis blijf’.

SPIEGELEN

  1. De ontvanger ‘spiegelt’ door op de volgende manier te reageren, waarbij hij/zij de volgende vetgedrukte woorden gebruikt: Als ik je goed begrijp ben je vanmorgen wakker geworden met keelpijn, en omdat je je niet lekker voelt, denk je erover om niet naar je werk te gaan. Klopt dat?’

DOORVRAGEN

  1. Als de zender aangeeft dat hij/zij goed gehoord is, vervolgt de ontvanger met: ‘Is er meer wat je me daarover vertellen wilt?’
  2. Als de zender hier meer over wil vertellen, voegt hij/zij datgene aan zijn/haar verhaal toe.
  3. De ontvanger gaat door met ‘spiegelen’ en vraagt steeds: ‘Is er meer wat je me daarover vertellen wilt?’, net zo lang tot de zender zijn/haar hele verhaal heeft verteld.
De vraag ‘Is er meer wat je me daarover vertellen wilt?’ is erg belangrijk omdat op die manier de zender zijn/haar hele verhaal met alle gedachten en gevoelens kan vertellen, wat voorkomt dat de ontvanger reageert op een incomplete boodschap. En omdat de vraag door het woordje ‘daarover’ beperkt wordt tot wat met dit ene onderwerp te maken heeft, helpt de zender zich te beperken tot één onderwerp per keer.

->SAMENVATTEN

  1. Als de zender alles heeft gezegd wat hij/zij erover kwijt wilde, vat de ontvanger het samen met de woorden: ‘Als ik het allemaal goed heb begrepen dan …..’
  2. Als de ontvanger alles goed heeft samengevat, sluit hij/zij af met: ‘Klopt dat?’
Deze samenvatting is belangrijk omdat het de ontvanger helpt de zender beter te begrijpen en beter de logica te zien van wat hij/zij zei. Dit maakt het ook makkelijker om erkenning te geven, wat de volgende stap is.
  1. Als de zender aangeeft dat alles wat hij/zij heeft gezegd goed is gehoord, ga je naar de volgende stap: erkenning.

ERKENNING

  1. De ontvanger geeft nu erkenning aan de zender met de woorden: ‘Er zit wat in, want ….’, of ‘Ik snap dat je …., omdat je …..’, of ‘Ik begrijp wat je bedoelt, want ….’. 
‘Ik snap dat je thuis wil blijven, omdat je pijn aan je keel hebt, ik begrijp dat je er dan over denkt om thuis te blijven’.

Deze reactie impliceert dat de ontvanger de logica ziet en begrijpt van wat de zender heeft gezegd. Dit is de zenders ‘waarheid’. De ontvanger hoeft het niet eens te zijn met die ‘waarheid’, maar het is wel van belang dat de ontvanger de logica ervan ziet. Dit erkent hij/zij met de woorden ‘er zit wat in, ik begrijp wat je bedoelt’, het betekent: ik kan jouw gedachtegang volgen, je bent niet gek.

  1. De ontvanger kijkt of de zender zich erkend voelt, en als dat zo is gaat hij/zij over tot de laatste stap: empathie, medeleven.

EMPATHIE

  1. Empathie, medeleven, kan uitgedrukt worden met de volgende woorden: ‘Ik kan me voorstellen dat je je dan ….. voelt’ of (als het gaat om iets in het verleden): ‘Ik kan me voorstellen dat je je toen ….. voelde’.
Omdat je nooit helemaal zeker kunt weten wat een ander voelt, is het belangrijk dit te checken door te zeggen: ‘Is dat inderdaad wat je voelt/voelde?’ of ‘Klopt dat?’ Als blijkt dat de ontvanger de gevoelens niet goed begrepen heeft, moet de zender vertellen om welke gevoelens het gaat. En als de zender gevoelens uitspreekt die de ontvanger nog niet had gehoord, ‘spiegelt’ hij/zij deze alsnog zoals hierboven beschreven en vraagt: ‘Is er meer wat je over dat gevoel wil zeggen?’
  1. Als de ontvanger alle drie de onderdelen van de partner-dialoog heeft doorlopen (spiegelen, erkennen, meeleven), zegt hij/zij: ‘Ik zou nu graag willen reageren.’

Dan worden de rollen omgekeerd en wordt de zender ontvanger en de ontvanger zender. De zender (hiervoor ontvanger) mag nu reageren op het door hem/haar aangehoorde verhaal, of zijn/haar gedachten en/of gevoelens uiten over iets anders wat hij/zij heeft meegemaakt.

Deze oefening zal aanvoelen als een heel onnatuurlijke en omslachtige manier van communiceren, maar het is een goede manier om te ervaren wat doeltreffende communicatie is. Iedere nieuwe vaardigheid voelt in het begin heel vreemd aan, maar met meer ervaring wordt het steeds natuurlijker en minder mechanisch. Na verloop van tijd zul je merken dat je niet meer die precieze structuur van de oefening hoeft te gebruiken om hetzelfde effect te bereiken. En niet alle drie de stappen zijn altijd nodig, alleen als er beladen onderwerpen worden besproken, of als de communicatie fout gaat. Uiteindelijk zul je minder gehakketak ervaren in de relatie, meer emotionele veiligheid en een dieper gevoel van contact.
Gebruik nu deze koppel-dialoog om uit te wisselen wat je hebt geleerd over jezelf door het doen van oefening 2, de fantasie-oefening. Als het jouw beurt is om te luisteren, geef je partner dan je volledige aandacht. Spiegel wat je partner zegt, net zo lang tot je het helemaal hebt begrepen. Geef hem/haar daarna erkenning voor zijn/haar logica, zijn/haar ‘waarheid’ en geef begrip en medeleven (empathie). Je mag verduidelijkende vragen stellen, maar probeer je partner niet te analyseren, of te interpreteren, of kritiek of frustraties te uiten. Als je luistert, probeer je dan vooral de kinder-wonden van je partner voor te stellen.

Volgende Stap: