Stap 3: Hoe Vroeger en Nu elkaar beïnvloeden

Oefening 2: Imago-profiel

Bron van de machtsstrijd
“Je … NOOIT…”
“Je … ALTIJD…”
“Je bent zo een….”

Tijd: Ongeveer 30-45  minuten.

Doel: Het vastleggen en samenvatten van de informatie verkregen uit oefening Oude Wonden – Het gewonde Kind.

Wie: Je kunt deze oefening in je eentje doen.

Aanwijzingen:

  1. Neem een stuk papier en teken een grote cirkel waarbij je ongeveer 8 cm vrij laat onder de cirkel. Teken een horizontale streep door het midden van de cirkel. Zet aan de linkerkant in de cirkel boven de streep een hoofdletter B en onder de streep links een A.
  1. Zet in de bovenste helft van de cirkel naast de letter B alle positieve eigenschappen van je moeder, vader en andere mensen die belangrijk voor je waren als kind.
    1. Zet alleen alle eigenschappen bij elkaar, dus niet bij wie die eigenschappen horen. 
    2. Noem alleen de eigenschappen van hoe je ze herinnert van toen, en niet hoe je die mensen nu ervaart. 
    3. Beschrijf ze met korte bewoordingen zoals: ‘aardig’, ‘warm’, ‘intelligent’, ‘religieus’, ‘geduldig’, creatief’, ‘was er altijd voor me’, ‘enthousiast’, ‘betrouwbaar’ enz.
  1. Zet in de onderste helft bij de letter A alle negatieve eigenschappen van deze belangrijke personen. Noem weer alleen alle eigenschappen, en niet bij wie ze horen. Deze lijst van positieve en negatieve eigenschappen is jouw ‘Imago’. 
  1. Onderstreep de positieve en negatieve eigenschappen die je het meest raken.
  1. In de ruimte onder de cirkel zet je de letter C met daarachter: ‘Wat het belangrijkst voor mij als kind was om te krijgen, maar wat ik nooit heb gekregen was ……..’ Vul in.
  1. Dan een letter D met daarachter: ‘De negatieve gevoelens die ik als kind heel vaak had waren: …….’ Vul in. (De letters A, B, C en D komen terug in oefening 6)

Volgende Stap: